Josje Verbeeten directeur robotacademie
Uit nieuwsgierige verwondering en met toenemende fascinatie heeft Josje Verbeeten zich gestort in de wereld van de robots. Nieuwe, slimme robots nemen steeds eenvoudiger steeds complexere (repeterende) werkzaamheden over en kunnen zij aan zij werken met mensen. Daarmee worden het cobots, collaboratieve robots. “We staan nog maar aan het begin van de robotisering. Het maakt goedkopere productie mogelijk, waardoor werk weer in Nederland gedaan kan worden en is ook een oplossing voor sectoren waar moeilijk aan mensen te komen is.”
Daar waar robots taken van mensen gaan overnemen hebben medewerkers nieuwe kennis en vaardigheden nodig. De techniek is steeds minder spannend. De bereidheid om samen te werken met deze nieuwe generatie slimme robots of om te besluiten iets totaal anders te leren vormt de basis.
Precies daarvoor wordt nu de robotacademie opgezet. Verbeeten gelooft in het belang van het voorbereiden van medewerkers, op wie de robotisering impact gaat hebben. “De robotacademie laat zien wat er mogelijk is, biedt inspiratie en leert productiemedewerkers samenwerken met de nieuwe generatie slimme robots tijdens een driedaagse training. Zo bereidt een organisatie haar medewerkers voor op de toekomstige werkomgeving en kunnen medewerkers alvast nadenken over hoe robotisering in het eigen bedrijf ingezet zou kunnen worden en hoe zij daar als afdeling of persoonlijk mee kunnen gaan samenwerken. Het gevolg is dat innovatie versneld plaatsvindt.”
Met een training van de robotacademie vergroot de individuele medewerker zijn of haar kennis en vaardigheden en zorgt daarmee voor een betere positie op de toekomstige arbeidsmarkt. Verbeeten: “Mensen die kunnen samenwerken met robots blijven werk houden of vinden gemakkelijker werk. De groep op wie robotisering snel impact gaat hebben, heeft echter vaak een flexibel contract met de organisatie. Het verloop is soms groot en de band van de organisatie met deze tijdelijke medewerkers daardoor minder sterk. Bestaat de bereidheid om in deze medewerkers te investeren voor de iets langere termijn en ter verbetering van de persoonlijke, individuele positie op de arbeidsmarkt? De tijd zal het leren.”