Brabantse stratenmakers met een goed idee bouwen opmerkelijke robot
Robots ontwikkelen is niet bepaald corebusiness voor een infrabedrijf. Toch staken broers Johan en Martijn de Krom, eigenaars van het gelijknamige bedrijf in Etten-Leur, een flink deel van hun tijd en geld in laser- en radartechniek, robotarmen en krachtige processoren. In november legde het resultaat, de Streetrobotic, zijn eerste straat in Eindhoven. Hoe word je van stratenmaker een aanjager van verandering en innovatie? ‘Wij zijn geen robotontwikkelaars of machinebouwers, wij zijn een aannemersbedrijf met een goed idee.’
Het stratenmakersvak is de twee Brabanders met de paplepel ingegoten. Vader Leo de Krom was stratenmaker, moeder werkte in een fabriek. Als er niemand op de kinderen kon letten, nam hij zijn zoons mee naar het werk. ‘Dan was hij tegels aan het leggen bij een zwembad bij iemand, en dan mochten wij zwembroekjes en schepjes mee, en gingen wij lekker in het zand spelen en zwemmen’, vertelt Johan.
Architect van de buitenruimte
Leo richtte De Krom op in de Elfsteden-winter van 1997. Zijn zoons liet hij hun eigen weg gaan, maar toch kwamen ze op een gegeven moment bij hun pa in het bedrijf en werden in 2014 eigenaar. De broers drukten hun eigen stempel op het bedrijf, en legden de focus op duurzaamheid, robotiseren en innovatie. ‘We willen het vak veranderen en verbreden’, vertelt Johan. ‘Als we ons blijven gedragen als vuilnisman, zullen we altijd zo behandeld worden. Dus moet je veranderen. Want ik zeg altijd: een stratenmaker is de architect van de buitenruimte.’
De stratenmakersrobot waar ze samen met De JongCeba uit Opmeer vijf jaar lang aan hebben gewerkt, is het opvallendste voorbeeld van dat eigen stempel. Maar de broers zijn ook mede-eigenaar van Romfix, dat duurzame voegmiddelen inkoopt en verwerkt, en Infrabox, een slim papierloos administratiesysteem voor aannemers en medewerkers in de buitenruimte. Is investeren in zulke innovaties wel nuttig voor een bedrijf dat winst moet maken? Johan: ‘Het kost geld, tijd en energie van jou en je mensen, maar als je erin gelooft, moet je ervoor gaan. Als raketten naar Mars kunnen, dan kunnen wij stenen automatisch leggen. Gewoon niet opgeven.’ Twijfel of de robot zal aanslaan hebben ze niet. ‘Mensen wilden in de jaren tachtig ook niet aan machinaal straten. Dat kwam pas na 2005 in trek. Het vak heeft dus tien jaar stilgestaan. We hopen dat wij de branche kunnen aanzwengelen om innoverend te denken, want dat is hard nodig.’
Automatisering ruggenbreekwerk
Ze zien innovatie als dé manier om personeel te trekken en het vak aantrekkelijker te maken voor jongeren. ‘De jeugd denkt anders en dat gaan we ook in de bouwsector merken’, zegt Johan. Martijn knikt. ‘De sector komt nu al structureel 20 procent handjes te kort, en dat wordt door vergrijzing alleen maar erger. Wat dat betreft komt deze machine precies op tijd.’
Johan: ‘Niemand zegt tegen zijn kinderen dat ze stratenmaker moeten worden. Het is hartstikke mooi werk, maar ook zwaar en slecht betaald. Ook onze pa had een hernia op zijn vijftigste. Het ruggenbreekwerk moet geautomatiseerd worden. De werktijden zullen veranderen. Dan komt een stratenmaker ’s avonds niet meer afgepeigerd thuis en kan hij straks ook gewoon gezond op zijn 67e met pensioen.’ Daarom bieden ze hun 125 medewerkers gratis fysiotherapie. ‘We hebben een deal met een aanbieder hier in de buurt, binnen 24 uur kunnen ze terecht’, zegt Johan. Niet meer dan logisch, vindt Martijn. ‘Als je auto na een paar jaar begint te piepen, rijd je meteen naar de garage. Dat moet je ook met je lichaam doen.’
‘Alle investeringen duurzaam, tenzij…’
De ondergrondse laadpalen in sierbestrating voor het kantoor in Etten-Leur symboliseren hoe het bedrijf duurzaamheid en innovatie combineert. De Krom heeft elf CO2-neutrale onderhoudsploegen, die zo veel mogelijk elektrisch werken. De meeste apparatuur, zoals trilplaten en bandenzagen, is geëlektrificeerd. Een aanhanger met accupakketten moet ervoor zorgen dat de elektrische machines ook op grotere klussen kunnen bijladen als er geen netstroom is. ‘We hebben als directie besloten dat al onze investeringen duurzaam moeten zijn, tenzij de stand der techniek nog niet zover is.’
Volgens Johan komt dat voort uit hun idealen. ‘Ik zeg altijd: wij willen ons steentje bijdragen aan een betere wereld. Duurzaam bouwen gaat echt op gang komen, helemaal nu Brabant op ‘slot’ is. Het moet, om die stikstof- en CO2-uitstoot laag te houden.’ Dat vereist wel een andere werkwijze. Martijn: ‘Elektrische wagens hebben een kleinere actieradius. Dus wij koppelen de werkplanning aan de range van de voertuigen. Je moet dan wel in gesprek met je opdrachtgevers: we kunnen het elektrisch doen, maar dan moet het op deze manier.’
‘Voor ons is minder bestrating ook een optie’
Die duurzame investeringen bleven niet onopgemerkt. In 2021 haalde De Krom een groot duurzaam onderhoudscontract binnen van de gemeente Eindhoven, en in 2022 werd het bedrijf beloond met De Groene Pluim, een erkenning voor bedrijven die serieus werk maken van duurzaam ondernemen. Volgens de broers kan er nog veel verbeteren. ‘We zijn afhankelijk van wat de fabrikanten aanleveren. Zo zit om pallets met straatstenen nog veel plastic’, zegt Johan. Martijn: ‘Bij de pallets die in onze robot gaan, is dat al minder. We hebben ook een vormpatent aangevraagd voor een speciaal voor deze machine ontwikkelde geluiddempende, waterdoorlatende klinker, waarbij je nog minder afval hebt.’ En hoewel de bouw steeds duurzamer werkt, is het nog niet circulair. ‘Als we over vijfentwintig jaar een straat moeten herstraten, moeten we alles kunnen hergebruiken. Dus geen plastic en allerlei andere oplossingen die we nu in de grond stoppen, zoals isolatiemateriaal.’
Bovendien blijft er bij infraklussen nu nog veel restmateriaal over, zogeheten knipafval. Dat hoeft niet, denkt Martijn. ‘Laat ons meedenken in de openbare ruimte. Als we bewoners 5 centimeter meer of minder tuin kunnen geven om alles passend te maken, hebben we veel minder knipafval. Dat scheelt weer ritten en puin.’
‘Ik denk dat dat wel het Krom-denken is’, zegt Johan. ‘Wij geven vaak ongevraagd advies bij bedrijven en gemeenten: hoe kunnen we meer groen in de straat krijgen, en hoe voorkom je hittestress? Omdat we zo’n instelling hebben, mogen we in de straten die we inrichten onze innovaties en ideeën testen. Voor ons is bijvoorbeeld minder bestrating óók een optie. Zo hebben we in Moerdijk bij de herinrichting van een straat voorgesteld de trottoirs smaller terug te leggen, zodat er meer ruimte is voor groen. Dat is toen ook gebeurd.’